Winkels, gemeenten en andere partijen die gebruik maken van wifi-tracking, zijn door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) erop gewezen dat er wettelijke eisen zijn voor het gebruik ervan. Het volgen van mensen via het wifisignaal van hun mobiele apparaat maakt namelijk inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer. Iets dat eerder ook al het CBP naar buiten heeft gebracht.
“Mensen komen in bestanden waaruit bijvoorbeeld valt af te leiden waar zij wanneer waren en wat hun winkelgedrag is. Zij moeten hier op zijn minst over worden geïnformeerd,” aldus Wilbert Tomesen, vicevoorzitter van de AP.
Wifi-tracking
Verschillende organisaties maken gebruik van wifi-tracking. Zo gebruiken winkels deze techniek om bedrijfseconomische informatie te genereren: hoeveel mensen passeren de winkel, hoeveel bezoekers gaan de winkel in en hoelang blijven zij op een bepaalde plaats in de winkel.
Gemeenten en evenementenorganisatoren zetten de techniek bijvoorbeeld in om loopstromen in kaart te brengen en bij te houden hoe lang bezoekers op een bepaalde plaats verblijven. De Autoriteit Persoonsgegevens ontvangt regelmatig signalen van mensen die zorgen hebben over de impact van wifi-tracking op hun privacy.
Wettelijk
Via wifi-tracking worden locatiegegevens samen met het unieke nummer van een mobiel apparaat opgeslagen en verwerkt. Organisaties mogen deze persoonsgegevens volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) alleen verwerken als zij daar een zogenoemde wettelijke grondslag voor hebben.
De verwerking kan bijvoorbeeld zijn toegestaan als mensen er zelf toestemming voor hebben gegeven. Ook mag een organisatie wifi-tracking inzetten als dit noodzakelijk is om haar diensten te kunnen verlenen. Organisaties met een publiekrechtelijke taak, zoals gemeenten, kunnen via wifi-tracking persoonsgegevens verwerken als dit noodzakelijk is om die taak uit te voeren. Er mag alleen in díe periodes en in díe gebieden waarin het echt nodig is, worden gemeten. Op andere momenten en plaatsen zou de meetapparatuur uit moeten staan.
Voor wifi-tracking op de openbare weg zijn meer waarborgen nodig dan wanneer dit binnen bijvoorbeeld een winkel gebeurt. In de openbare ruimte moeten mensen zich onbespied kunnen bewegen. De gegevens moeten dan bijvoorbeeld onmiddellijk en onomkeerbaar worden geanonimiseerd.